Skip to content Skip to footer

Sociaal

Het begrip ‘sociaal domein’ omvat het geheel van inspanningen die de gemeente verricht op het gebied van werk, participatie en zelfredzaamheid, zorg, ouderen en jeugd; en onderwijs In het sociaal domein zijn diverse uitdagingen te vinden. Een van de belangrijkste is het balanceren tussen het bieden van de juiste ondersteuning aan burgers, en tegelijkertijd efficiënt omgaan met beschikbare middelen. Ook spelen er vraagstukken rondom vergrijzing, toenemende diversiteit in de samenleving, en de samenwerking tussen verschillende instanties. Geld mag daarbij als middel worden ingezet maar nooit als een doel op zich. De werkgroep sociaal domein van DOEN’22 heeft een ambitieuze stip op de horizon gezet voor 2050: “Onze gemeente is een gemeenschap. Wij zijn een blauwe zone. Inwoners van de gemeente Hardenberg groeien gezond en veilig op en worden op een gelukkige en verantwoorde manier 100 jaar”. Daarbij horen doelen en aandachtspunten:

Doelen:

  • Mensen zijn zoveel mogelijk zelfredzaam en nemen deel aan het dagelijks leven.
  • Mensen voelen zich onderling verbonden en helpen elkaar.
  • Kinderen en jongeren groeien gezond en veilig op en ontwikkelen zich zo goed mogelijk.
  • Zoveel mogelijk mensen hebben een baan, ook mensen met een arbeidsbeperking.
  • Mensen hebben voldoende inkomen om de noodzakelijke kosten van hun bestaan te kunnen betalen.
  • Mensen voelen zich in onze gemeente gelukkig.
  • Voorkomen is beter dan genezen.
  • Wij willen dat niemand in onze gemeente tussen wal en schip valt. Er zullen altijd mensen met een zorgvraag blijven. Voor hen moeten we goed zorgen.

Aandachtspunten:

  • Jeugdigen en hun ouders die problemen hebben in de gezinssituatie.
  • Jeugdigen die kampen met psychische of psychiatrische problemen.
  • Mensen die problemen ervaren met dagelijkse handelingen en het voeren van een huishouding.
  • Mensen die geen sociaal netwerk hebben.
  • Mensen die dakloos of thuis niet veilig zijn.
  • Mensen die moeilijk aan betaald werk kunnen komen om in hun eigen onderhoud te voorzien.

Gezondheid en Preventie

Benjamin Franklin: “Een ons preventie is meer waard dan een pond genezing.”

Inleiding

Ondanks de toenemende welvaart, de toenemende levensverwachting is het niet vanzelfsprekend dat dat ook gepaard gaat met goede gezondheid. Gezondheid en preventie van ziekte verdient de komende de tijd dan ook veel aandacht. (Positieve) gezondheid wordt niet alleen beïnvloed door/bepaald door gezond eten en voldoende bewegen, maar ook door adequate scholing/kennis, financieel zonder zorgen zijn en onderdeel zijn van een community, sociaal netwerk.  Op al deze factoren kunnen we als gemeente invloed hebben. In de Wet Publieke gezondheid (WPG) staat beschreven wat de taak van de gemeente hierin is. DOEN’22 definieert Positieve gezondheid als volgt. Positieve gezondheid is niet alleen kijken naar ziekte, maar naar het vermogen van mensen om met de uitdagingen van het leven om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te houden over hun leven. Hoewel de inwoners in grote meerderheid hun gezondheid als goed ervaren, zijn er toch een groot aantal chronisch zieken in de gemeente Hardenberg. Dat heeft negatieve invloed op deze inwoners. Daarnaast is het percentage laagopgeleide inwoners relatief hoog. Te verwachten valt dat de gezondheid van onze inwoners verder achteruit zal gaan.

Uitgangspunten

Eind 2024 heeft de gemeente Hardenberg een nota gezondheidsbeleid 2024-2028 gepubliceerd. In deze nota zijn de volgende leidende principes beschreven:

  • ‘De mens staat altijd centraal binnen zijn leefomgeving’
  • ‘We werken vanuit Positieve Gezondheid’
  • ‘We zijn er zo vroeg mogelijk bij’
  • ‘We verbeteren continu met data gedreven werken’

Speerpunten

  1. Gezonde voeding
  • Mogelijke acties campagnes starten om gezonde voeding te stimuleren.
  • Op scholen en sportverenigingen/kantines gezonde voeding stimuleren, evt. middels financiële prikkels ( snacks duurder maken dan gezonde voeding).
  • Alcoholgebruik ontmoedigen, zowel in kantines , als sociaal wenselijk gedrag en dagelijkse gewoonte.
  1. Voldoende bewegen: zie beleid bij sport
  2. Adequate scholing: zie beleid bij onderwijs
  3. Financieel gezond: zie bij beleid Werk en inkomen
  4. Community
  • Stimuleren van sociale netwerken.
  • Bij aanleg nieuwbouwwijken ook plannen voor sociale cohesie vereisen.

Sport

Michael Jordan: “Sommige mensen willen dat het gebeurt, sommige wensen dat het gebeurt, anderen zorgen ervoor dat het gebeurt.”

Inleiding

De gemeente Hardenberg is een gemeenschap van 29 unieke plaatsen, elk met eigen karakteristieken en behoeften. Sport en bewegen zijn krachtige middelen om gezondheid, sociale verbinding en trots te bevorderen. Sport en bewegen zouden centraal moeten staan als één van de  motoren van welzijn en vitaliteit. Door een samenhangend beleid willen we alle inwoners van Hardenberg inspireren en faciliteren om actief deel te nemen aan sport en bewegen, ongeacht leeftijd, achtergrond of mogelijkheden.

Speerpunten

  1. Sport en bewegen in een uitnodigende en veilige omgeving
  • De openbare ruimte wordt zó ingericht dat deze uitnodigt tot bewegen en sporten. Dit betekent dus ook iets voor de infrastructuur in onze gemeente. Fietspaden, wandelroutes en speelplekken moeten logisch verbonden zijn en voorzien worden van kwalitatieve, veilige infrastructuur. In de komende decennia streven we ernaar:
  • Regionale hubs: In de grotere kernen zoals Hardenberg, Dedemsvaart en Gramsbergen worden multifunctionele sportaccommodaties ontwikkeld, toegankelijk voor breedtesport, recreanten en evenementen.
  • Groene beweegroutes: Door wandel- en fietspaden te verbinden met natuurgebieden en dorpskernen, ontstaat een netwerk van beweegroutes. Bijzondere aandacht gaat uit naar: veiligheid, toegankelijkheid, bruikbaarheid en verlichting.
  • Inclusieve speel- en beweegplekken: In alle dorpen komen laagdrempelige sport- en speelplekken. Elk dorp krijgt een centrale, veilige locatie met toestellen en attributen die voor jong en oud aantrekkelijk zijn. Het gedachtegoed van Rick Brink is een inspiratiebron voor het aanleggen van meer inclusieve speeltuinen.
  • Klimaatvriendelijk: Sportaccommodaties worden klimaatneutraal gemaakt door middel van zonnepanelen, circulaire bouwmaterialen en slimme wateropvangsystemen met oog voor innovatie rondom duurzaamheid.
  1. Sport en bewegen met vitale sport- en beweegaanbieders

De gemeente Hardenberg ondersteunt sportverenigingen en andere aanbieders bij het toekomstbestendig maken van hun aanbod. Dit doen we door:

  • Verenigingsondersteuning: Met professionele adviseurs worden verenigingen begeleid in ledenwerving, financiën, vrijwilligersbeleid en verduurzaming.
  • Samenwerking stimuleren: Verenigingen worden aangemoedigd samen te werken, bijvoorbeeld door sportaccommodaties te delen of gezamenlijke evenementen te organiseren.
  • Multi bewegen: Kinderen zo vroeg mogelijk aan het sporten krijgen met de Gemeente als verbindende en ondersteunende factor tussen verenigingsleven en onderwijs.
  • Commerciële aanbieders betrekken: Samenwerking met sportscholen, bootcampclubs en fysiotherapeuten wordt versterkt, zodat er een divers en flexibel beweegaanbod ontstaat.
  • Opleiding en ontwikkeling: Jaarlijkse cursussen en opleidingen voor trainers, bestuursleden en vrijwilligers waarborgen een hoog kwaliteitsniveau.
  • Gebruik maken van sportbonden: daar zit veel kennis en willen plaatselijke verenigingen graag ondersteunen. Via sportzaken in het gemeentehuis de ambtenaren nog meer faciliteren om hier met verenigingen gebruik van te maken
  1. Sport en bewegen van jong tot oud

We geloven dat sport een leven lang plezier en gezondheid moet bieden. Daarom richten we ons op:

  • Jeugd: Samenwerking met scholen wordt uitgebreid om kinderen al jong vertrouwd te maken met bewegen. Beweegprogramma’s worden opgenomen in het onderwijs, ondersteund door buurtsportcoaches.
  • Werkenden: Via werkgevers stimuleren we beweging onder werknemers door bijvoorbeeld lunchwandelen, fietsstimulansen en bedrijfsfitness. De rol van Vitaal Vechtdal.
  • Senioren: Voor ouderen worden specifieke programma’s opgezet, zoals valpreventie, wandelgroepen en aangepast sporten. (Walking voetbal is een goed voorbeeld)
  • Beweegkalender: Een gemeentelijke kalender met laagdrempelige sportactiviteiten per seizoen zorgt voor structureel aanbod.
  1. Inclusief sporten en bewegen: iedereen kan meedoen
  • Inclusiviteit staat centraal in onze visie. Niemand mag belemmeringen ervaren om te sporten of bewegen. Concrete acties zijn:
  • Toegankelijke voorzieningen: Accommodaties worden volledig rolstoelvriendelijk gemaakt. Bij alle nieuwe aanleg wordt inclusiviteit als basisvoorwaarde gehanteerd.
  • Sport voor kwetsbare groepen: Samenwerking met zorgorganisaties zorgt voor sportaanbod op maat voor mensen met een beperking, chronische ziekte of een sociaaleconomische achterstand.
  • Financiële drempels wegnemen: Met steun vanuit fondsen zoals Jeugdfonds Sport en Cultuur en lokale initiatieven zorgen we dat financiële beperkingen geen hindernis zijn.
  1. Topsport als inspiratiebron
  • Topsport brengt trots en motiveert inwoners om actief te worden. Mensen willen bij succes horen. De gemeente Hardenberg heeft de lange termijn ambitie dat er tenminste één sport op het hoogste niveau wordt beoefend. Daarvoor is nodig:
  • Talentontwikkeling: In samenwerking met scholen en sportclubs worden talentprogramma’s opgezet.
  • Topsportfaciliteiten: Er komt een topsportaccommodatie met de voor de sport noodzakelijke voorzieningen.
  • Evenementen: Jaarlijks organiseren we (top)sportevenementen om de gemeenschap te inspireren en te verbinden.
  • Breedtesport en topsport verbinden: Topsporters en verenigingen worden ingezet als rolmodel om jeugd en volwassenen te enthousiasmeren.

Werk en Inkomen (participatiewet, inburgeringswet, schuldhulp)

Nelson Mandela: “Laat er werk, brood, water en zout voor allen zijn.”

Het beleid van de gemeente dient er op gericht te zijn om zich in te zetten voor een inclusieve samenleving. De maatschappelijke opgave hierbij is om de participatie van inwoners te bevorderen, bij voorkeur door werk, maar ook door een andere zinvolle vorm van dagbesteding of activering. Bestaanszekerheid is hierbij een belangrijke voorwaarde. Meedoen in een baan betekent veel voor mensen: financiële zelfstandigheid, sociale contacten, een duidelijke structuur in je dag, meer welbevinden. Dit geldt ook voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, ook zij moeten kansen krijgen en grijpen om naar vermogen mee kunnen doen. Dat betekent dat iedereen die kan werken, maar dit zonder ondersteuning niet redt, hierbij geholpen wordt. Erbij horen is een belangrijk sociaal menselijke behoefte.

DOEN’22 vindt het belangrijk dat de gemeente de werkgevers blijft enthousiasmeren om te zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden. Deelname aan deze trajecten, is wat DOEN’22 betreft, zeker niet vrijblijvend. Rechten brengen plichten met zich mee. Daarom doen we ook een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer. De algemene bijstand is het laatste vangnet als iemand niet genoeg inkomen uit werk of een andere uitkering heeft. Het is hierbij belangrijk dat het voor een inwoner duidelijk moet zijn waar hij of zij terecht kan en wat de mogelijkheden zijn. De besluitvorming dient duidelijk en transparant te zijn. Veel klachten komen voort uit onduidelijkheden rondom een besluitvorming. Een eerlijk nee en een betrouwbaar ja. De gemeente moet helder communiceren waarom iets wel of niet kan, maar ook meedenken over eventuele alternatieven. Niet denken vanuit de regel, maar vanuit de kans. Klantgerichtheid moet gewaardeerd worden met een negen.

De organisatie dient zo plat mogelijk te zijn, met een bevoegdheid die zo laag mogelijk ligt, zodat de aanvragen niet gaan verzanden in een woud van regels en beslismomenten. DOEN’22 vindt het belangrijk dat bij het ontwikkelen van het beleid op het gebied van het sociaal domein adviesorganen, zoals de Participatieraad bijvoorbeeld, maar ook inwonersparticipatie/ervaringsdeskundigen en client ervaringsonderzoeken op alle domeinen worden betrokken. Dit om kennis te verbreden en van ervaringen te leren. We geven iedereen ruimte, maar laten niemand vallen. Degene die zichzelf prima redt krijgt volop de ruimte, degene die dat niet kan krijgt een zetje in de rug. Daarbij geldt het principe: “U mag op ons leunen maar we gaan u niet dragen”. Inwoners die met de participatiewet in aanraking komen moeten proberen dit als een springplank te zien en niet als een hangmat.

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

André Frossard: ‘Een beschaving komt tot stand door de opeenvolgende bijdragen van generaties die elkaar ondersteunen, zoals de stenen van een gebouw.’

De WMO regelt hulp en ondersteuning voor burgers, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij. Het doel is om mensen in staat te stellen een beter leven te leiden, ongeacht hun beperkingen of situatie.

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet. Het zal altijd een afweging blijven tussen de beste zorg tegen de laagste kostprijs. In onze optiek kan het nooit alleen maar om de kostprijs gaan, maatwerk moet mogelijk zijn. Omdat het een open contract is, is het nadrukkelijk monitoring van de kosten noodzakelijk om toch nog grip op de kosten te blijven houden.

Daarnaast moeten de verantwoordelijkheden zou laag mogelijk in de organisatie worden gelegd en zal er blijvend onderzocht moeten wat de effectiviteit is van de keuze om de huidige gescheiden organisaties die zich met de uitvoering bezig houden in verschillende rechtsvormen uit te zetten. Het moet de lange beslissingstermijnen zoveel mogelijk vermijden.

Schuldhulpverlening

Alex Brenninkmeijer (nationale ombudsman 2012): “Schulden komen nooit alleen”

Ook hier is een belangrijke rol van de gemeente bij het schuldenvraagstuk preventie. Hierbij kun je onder andere denken aan het geven van voorlichtingen aan specifieke doelgroepen, adverteren via de media en financiële educatie op scholen. Het hebben van schulden heeft vaak gevolgen voor alle levensgebieden van een mens. Het ervaren van bestaansonzekerheid en de stress die hiermee gepaard kan gaan kan leiden tot andere problemen. Schulden zetten druk op een relatie, op het gezinsleven, bij de opvoeding van kinderen en bij ‘de ruimte hebben’ om aan het werk te gaan.

Het is belangrijk om op een vroeg tijdstip eventuele schulden op te sporen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om meldingen van huurachterstanden. Betalingsachterstanden op de zorgpremie, of op de energie- en drinkwaterrekeningen. Als gemeente wil je dit zo vroeg mogelijk in beeld hebben om erger te voorkomen. Een financieel probleem is vaak niet het enige probleem dat iemand heeft. Het is vaak een web van problemen die met elkaar te maken hebben en die elkaar versterken. Mensen met geldproblemen kunnen de situatie dan ook vaak niet meer overzien.

Het is zaak dat wanneer  een inwoner in een dergelijke situatie  hulp zoekt de drempels laag moeten zijn en de mogelijkheden duidelijk. Wij vinden dat een integrale aanpak de voorkeur zou moeten hebben, waarbij niet allerlei hulpverleners over de vloer komen, maar één vast aanspreekpersoon de regie heeft. Die gene kijkt niet alleen naar de financiële problemen, maar ook breder. Bijvoorbeeld naar problemen rondom wonen, gezondheid, verslaving, de gezinssituatie, etc.

Geld

Statushouders

Koningin Maxima: “Taal is de sleutel tot integratie en participatie in onze maatschappij.”

De gemeente heeft de wettelijke rol om de statushouders op het hoogst mogelijke niveau de Nederlandse taal te leren en hen te laten integreren en te participeren en bij voorkeur te laten uitstromen naar betaalde arbeid. Het beheersen van de Nederlandse taal is hierbij een must. Zonder het spreken van de Nederlandse taal is integratie nagenoeg onmogelijk. Naast dat het inburgeringsbeleid bijdraagt aan Nederlandse taalontwikkeling, lijkt het ook positief voor het vinden van een betaalde baan. Statushouders die succesvol inburgeren, verlaten sneller de bijstand en vinden sneller een vaste baan. Dit blijkt onder andere uit het onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum. W.O.D.C.(2024)

Het vinden van een betaalde baan is natuurlijk niet alleen een verantwoordelijkheid van de statushouder, maar ook een bredere verantwoordelijkheid. Voor het vinden van een betaalde baan zijn twee partijen nodig. Daarom is de integratie en wil vanuit de statushouder belangrijk, maar aan de andere kant ook het bestrijden van structurele arbeidsmarkthindernissen, zoals discriminatie of erkenning van vaardigheden. Wij vinden het dan ook belangrijk dat er zo snel mogelijk met een statushouder een Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) wordt opgemaakt. In ieder geval binnen de wettelijke termijn van 10 weken na de inschrijving in de gemeentelijke basis administratie.

Bij het opmaken van een Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP), heeft een meer participatieve aanpak, waarbij persoonlijke ambities en uitdagingen ook worden meegenomen, onze voorkeur. De inclusiviteit zal hierdoor verbeteren.

Geld

Jeugd

Wouter Hart: “Als je het idee of gevoel hebt dat het niet meer klopt, dan kan het helpen om jezelf of elkaar de vraag te stellen wat ook alweer de bedoeling is.”

De gemeente Hardenberg is een dynamische gemeenschap waarin jeugd en jongeren een centrale rol spelen. Met 29 unieke plaatsen binnen de gemeentegrenzen staat Hardenberg voor de uitdaging om een breed gedragen en toekomstgerichte visie op jeugdzorg- en jeugdbeleid te ontwikkelen. Deze visie heeft als doel een veilige, gezonde en inspirerende omgeving te bieden waarin jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen en optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij. Preventie staat centraal, ondersteund door een effectief curatief systeem dat jongeren en gezinnen helpt in tijden van nood.

Om deze visie te realiseren laten wij ons inspireren door het boek Werken vanuit de Bedoeling van Wouter Hart. Hierin benadrukt hij dat organisaties (in het bijzonder veel gemeenten) zich te veel richten op regels, structuren en systemen, terwijl ze de oorspronkelijke bedoeling – de reden van hun bestaan – uit het oog verliezen. Wij pleiten voor een omslag van systeemdenken naar bedoelinggericht werken, waarbij professionals ruimte krijgen om zelf verantwoordelijkheid te nemen en keuzes te maken die bijdragen aan de essentie van de organisatie. Dit leidt tot meer betrokkenheid, effectiviteit en klantgerichtheid. Vanuit deze zienswijze weten wij de focus te verleggen naar wat écht belangrijk is!

Vroeger was een school een school. Tegenwoordig is een school een kindcentrum. Het kindcentrum zien wij als een plek in het dorp en/of de wijk waar jeugd en de jonge gezinnen samenkomen. Een kindcentrum is een integrale voorziening waarin kinderopvang en onderwijs nauw samenwerken om een doorlopende ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar te realiseren. In het kindcentrum staat het kind en het jonge gezin centraal en wordt een veilige, stimulerende omgeving geboden waarin leren, spelen en ontwikkelen hand in hand gaan en jonge gezinnen indien nodig ondersteund en begeleid kunnen worden. Door dit dicht bij huis te organiseren wordt het laagdrempelig om hier gebruik van te maken en wordt er een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van een ieder.

Kernprincipes van het kindcentrum

  1. Een ontmoetingsplek voor de wijk
  • Naast opvang en onderwijs biedt het kindcentrum ruimte voor naschoolse activiteiten, ouderbijeenkomsten en samenwerkingen met lokale organisaties. Het fungeert als een sociale spil in de wijk, waar gezinnen elkaar ontmoeten en ondersteuning kunnen vinden.
  1. Doorlopende ontwikkeling en maatwerk
  • Elk kind krijgt de kans om zich op zijn eigen tempo en niveau te ontwikkelen. Er wordt gewerkt met een doorlopende leerlijn en er is aandacht voor talentontwikkeling, persoonlijke groei en sociale vaardigheden. Indien nodig gebeurt dit samen met alle betrokkenen en professionals rondom het gezin.
  1. Brede talentontwikkeling
  • Naast de basisvakken is er aandacht voor sport, cultuur, techniek en natuur, zodat kinderen zich veelzijdig kunnen ontwikkelen. Het kindcentrum biedt een breed aanbod aan workshops, sport en creatieve activiteiten. Deze dragen bij aan het welzijn en geluk van onze jeugd.
  • Door deze aanpak wordt het kindcentrum niet alleen een plek waar kinderen ontwikkelen, leren en spelen, maar ook een bruisend hart van de wijk waarin gezinnen zich thuis voelen en samen bouwen aan een sterke, hechte gemeenschap.

Speerpunten

  1. Preventie als fundament
  • Preventie vormt de basis van ons jeugdbeleid. Door vroegtijdig in te grijpen en een ondersteunende omgeving te creëren, willen we voorkomen dat jongeren in zware jeugdzorgtrajecten terechtkomen. Dit is de ‘preventie’. Op het moment dat het zover komt dat een jongere in de ‘Jeugdzorg’ terecht komt is het ‘Curatief’.
  • Preventief heeft wat ons betreft hierin de voorkeur. Want zoals het gezegde ‘voorkomen is beter dan genezen’ al zegt; we moeten samenwerken om de jeugdigen binnen de gemeente uit de Jeugdzorg te houden, zodat wanneer het echt nodig is de zorg meteen kan inspringen.

Wij denken hierbij aan:

  1. Kindcentra, sportverenigingen en clubs krijgen training in het herkennen van vroege signalen van problematiek.
  2. En centraal coördinatiepunt verbindt kindcentra, jeugdhulporganisaties en maatschappelijke werkers.

Ouder- en gezinsondersteuning:

  1. Ouders krijgen toegang tot opvoedcursussen en coaching via buurthuizen en kindcentra.
  2. Gezinscoaches werken preventief met gezinnen met verhoogde risico’s.
  3. Ouders hebben de jeugd en de jeugd heeft de toekomst.

Community-building:

  1. Gemeenschappelijke activiteiten zoals sportdagen en culturele evenementen bevorderen sociale cohesie.
  2. Jongerenwerkers worden ingezet om verbinding te leggen met moeilijk bereikbare jongeren.
  3. We willen ernaar streven om beter met andere gemeentes in de regio samen te gaan werken op het gebied van Jeugdzorg. Dit kan ervoor zorgen dat de mogelijkheden op het gebied van behandeling worden vergroot. Doorverwijzingen van ‘patiënten’ zal makkelijker verlopen, maar ook het delen van kennis zal op deze manier makkelijker gaan als er contact tussen de verschillende instanties is.
  4. Het logische gevolg zou moeten zijn dat wachttijden hierdoor afnemen. Deze samenwerking kan ook een kwalitatieve impuls geven aan de zorgprofessionals. In samenwerkingsverband met andere zorginstellingen kunnen zowel ervaren als leerzame zorgmedewerkers van elkaar leren en ook de ruimte krijgen om door te groeien. Tegelijkertijd wordt de krapte binnen de instanties kleiner.

Wij denken hierbij aan:

  1. Educatie: Kindcentra, maar ook (sport)verenigingen krijgen een cursus op het gebied van vroeg signalering. In het onderwijs gebeurt dit al volop. Wij willen dit breder gaan trekken.
  • Vaak is de drempel voor jeugdigen te hoog om direct op de zorginstanties af te stappen. Om deze drempel enigszins te verlagen krijgen scholen en (sport)verenigingen en -clubs deze cursus om te proberen de signaleringen van eventuele problemen in een voor de jeugd veilige omgeving.
  1. Toegang tot kwalitatieve jeugdzorg:

Iedere jongere moet toegang hebben tot kwalitatieve en passende jeugdhulp, wanneer preventieve maatregelen niet voldoende zijn.

  • Voor de ‘Jeugd’ moet er een plek zijn waar ze met problemen terecht kunnen. Een open en laagdrempelige plek waar zij hulp kunnen vinden. De bedoeling is dat dit toegankelijk en bekend is voor iedereen. Er komen ook online platforms. Zij bieden 24/7 ondersteuning via chat en informatie over beschikbare hulp.
  • Voor jongeren die uit zichzelf open staan voor hulp, moet er een mogelijkheid zijn om snel hulp te vragen en in gesprek te gaan met iemand die ze kan helpen.
    Deze ‘hulpposten’ moeten op een plekken zijn die goed toegankelijk zijn.
  • De GGD moet een actievere rol spelen in de signalering van eventuele problemen bij jongeren. Het ‘IJslandse preventiemodel’ dat zij hanteren is in onze optiek geen effectieve manier van het signaleren van problemen gebleken. Dit preventiemodel is vrijwel geheel gebaseerd op het invullen van vragenlijsten. Wij geloven in het échte gesprek. Vragenlijsten kunnen niet naar waarheid ingevuld zijn, waardoor jongeren niet de juiste zorg krijgen.
  1. Gezinsgerichte aanpak:
  • Één gezin, één plan: gezinnen krijgen een centrale regisseur toegewezen die hen door het hulptraject begeleidt en alle betrokkenen bij het gezin verbindt.
  • Integratie met lokale kindcentra en gezondheidszorg zorgt voor een holistische aanpak.
  • Jongerenbeleid wordt vaak gekoppeld aan negativiteit en problemen. Dat zou anders moeten. Jongeren moeten zich gestimuleerd voelen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, ongeacht hun achtergrond en de focus moet niet alleen op problemen liggen.

Jongeren moeten meer aan de voorkant betrokken worden.

  1. Inclusie en bereikbaarheid:

Iedere jongere verdient gelijke kansen, ongeacht achtergrond of beperkingen. Daar horen ook maatregelen bij:

Toegankelijke voorzieningen:

  • Alle jeugdzorglocaties moeten rolstoeltoegankelijk zijn.
  • Digitale hulpmiddelen maken ondersteuning bereikbaar voor jongeren in meer afgelegen dorpskernen.
  • Er moet maatwerk voor jongeren met een beperking of sociaaleconomische achterstand zijn.
  • Bewustwordingscampagnes moeten acceptatie en diversiteit binnen de gemeenschap bevorderen.

Innovatie:

Hardenberg zet in op duurzame en innovatieve oplossingen om jeugdzorg toekomstbestendig te maken.

Dat kan door het slim gebruik van data:

  • Gegevens uit kindcentra, GGD en jeugdzorgorganisaties worden anoniem verzameld om trends te analyseren en preventieve strategieën te verbeteren.
  • Apps en online platforms ondersteunen jongeren bij mentale gezondheid en bieden toegang tot betrouwbare informatie.
  • Om onze visie – een veilige, gezonde en inspirerende omgeving te bieden aan iedere jongere in de gemeente Hardenberg waarin ze hun talenten kunnen ontwikkelen en optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij – gaan wij in ieder dorp en/of wijk een kwalitatief kindcentrum realiseren. Dit doen wij aan de hand van de volgende onderwerpen:
  1. Maatschappelijke ontwikkelingen
  • De volgende maatschappelijke ontwikkelingen hebben een relatie met de kindcentra-ontwikkeling. Als het kindcentrum de plek is in een wijk/dorp waar de kinderen/jonge gezinnen samenkomen kunnen we vanuit de bedoeling er SAMEN voor zorgen dat de kinderen/jongeren/jonge gezinnen op een preventieve en laagdrempelige manier geholpen worden om op te groeien en zich te ontwikkelen tot een jonge volwassene.
  • Eerlijke kansen; alle kinderen verdienen een eerlijke kans om gelukkig te worden. Hiervoor is goede opvang en onderwijs nodig. Ook moet ieder kind de kans krijgen om met cultuur in aanraking te komen en te kunnen sporten. Ieder kind moet de kans krijgen om met gelijkgestemden om te gaan. Wij stimuleren en ondersteunen ouders om hun kind(eren) deel te laten nemen aan deze activiteiten.
  • Kinderen / jongeren die op welke reden dan ook thuis komen te zitten vragen extra aandacht. We zijn samen verantwoordelijk om de thuiszittersproblematiek te voorkomen; voor de kinderen, maar ook zeker voor de ouders. Deze problematiek heeft grote en blijvende gevolgen voor alle betrokkenen in het gezin.
  • De problemen in steeds meer jonge gezinnen zijn groot en hebben blijvende gevolgen voor de lange termijn. Of het dan gaat om de kinderen, de ouders of andere factoren; het is belangrijk dat we vanuit de samenwerking binnen de kindcentra met opvang, onderwijs, jeugdinstanties/gemeente, jeugdzorg en het samenwerkingsverband samen de goede dingen doen. Niet een van de partijen heeft de wijsheid in pacht, maar samen sta je sterk en daarbij is ontmoeting een belangrijke factor. Door ontmoeting leer je elkaar kennen en kan er vertrouwen ontstaan. In de situaties is vertrouwen en goede afspraken over eigenaarschap van groot belang.
  • De landelijke ontwikkeling op inclusief onderwijs (en opvang); ook wel passend onderwijs genoemd. Het is een goed streven om zo inclusief als mogelijk te gaan werken waarbij we niet geloven dat we 100% inclusief kunnen werken. Het speciaal basisonderwijs / speciaal onderwijs zal blijven bestaan en is belangrijk. Toch moet onze ambitie zijn om geen kind de wijk uit te laten gaan. Door tijdig met de juiste professionals samen te werken kunnen we hier nog grote stappen in maken.
  • Onderwijs gaat ook hand in hand met onze lokale economie. We zullen er voor zorg moeten blijven dragen dat ons onderwijs aan blijft sluiten bij de vraag van regionale werkgevers.

Ouderen

Alexis Carrel (Franse arts uit vorige eeuw en tevens Nobelprijswinnaar in 1912):

“Waar het op aankomt is niet dat u jaren aan uw leven toevoegt, maar leven aan uw jaren.”

Ook bij het onderwerp ouderen is preventie één van de belangrijkste troeven die we hebben in onze vergrijzende samenleving. Preventie helpt namelijk (intensievere) zorg beperken of zelfs voorkomen. Preventie is dus groter dan het zorgdomein en gaat ook over mentale weerbaarheid, sociale netwerken, omgevingsfactoren, leefstijl, economische status en ondersteuningssystemen. DOEN’22 pleit daarom voor brede, maatschappelijke aandacht voor preventie en gezondheid.

Het begrip ouderen is wat ons betreft niet alleen een getal. Dé oudere bestaat niet, want de onderlinge verschillen nemen juist toe naarmate mensen ouder worden

Ouderen zijn mensen met veel levenservaring en verworven competenties die een rijkdom betekenen voor de samenleving. Wij vinden het belangrijk dat ouderen worden uitgedaagd om met hun potentieel te blijven deelnemen aan de samenleving onder andere als vrijwilliger. Een zinvolle dagbesteding is van groot belang om vitaal te blijven. Dat gaat niet voor iedereen even makkelijk. Eenzaamheid is een groot probleem onder ouderen. Daarom moeten we blijven inzetten op projecten als “een tegen eenzaamheid”

Een gezonde samenleving, waarin ouderen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn, is niet alleen een opgave voor de zorgsector maar voor de hele samenleving.

DOEN’22 wil betaalbare woningen voor ouderen. Als ouderen doorstromen naar passende woningen, komen er ook weer woningen vrij voor jongeren. In de kernen zorgen we dan ook voor passende woningen zodat men kan blijven wonen in de eigen vertrouwde omgeving. Ook als je bij of naast je familie wil wonen moet dat zoveel als mogelijk gefaciliteerd worden. 

Er is onder ouderen een groeiende behoefte aan een plek waar ze gezelligheid en contact met anderen makkelijk te vinden is, waar zorg kan worden geleverd als dat nodig is, maar waar mensen zelf de regie over hun leven blijven houden.

DOEN’22 vindt dat er veel meer ruimte moet komen voor alternatieve woonvormen voor ouderen, zoals Knarrenhofjes, kangoeroewoningen of mantelzorgwoningen. Partijen als de gemeente, woningcorporaties, zorgorganisaties en investeerders moeten de handen hiervoor ineenslaan.

Onderwijs

Martin Luther King: ‘De functie van het onderwijs is om iemand te leren om intensief te denken en kritisch te denken. Intelligentie plus karakter – dat is het doel van een ware opvoeding.’

 Inleiding

De kwaliteit van het onderwijs is in de afgelopen jaren flink achteruit gegaan. De hoeveelheid uitvallers blijft jaar na jaar stijgen, de hoeveelheid jeugdigen die de Nederlandse spreek- en schrijftaal machtig zijn blijft dalen, de rijke geschiedenis en culturele identiteit van Nederland is nauwelijks terug te zien in het onderwijs, en het plezier in het onderwijs voor docent en leerling wordt dag na dag minder, dit resulteert in een krapte in het aantal docenten die in te zetten zijn. Hoewel Gemeenten geen invloed hebben op de inhoud van het onderwijs heeft zij wel taken en plichten die zij moet uitvoeren rondom dat onderwijs. DOEN’22 streeft naar een Gemeente waarin het onderwijs weer terug gaat naar de kern: kennisoverdracht van docent op leerling en het ontwikkelen van de basiskwaliteiten die nodig zijn voor de maatschappij.

Speerpunten

Onderwijshuisvesting:

  • De gemeente is voor wat betreft onderwijs verantwoordelijk voor de huisvesting. In het Integraal Huisvesting Plan (IHP) worden/zijn afspraken gemaakt tussen de gemeente en de betrokken besturen. Hierin wordt afgesproken welke (onderwijs)gebouwen worden gerenoveerd en/of waar nieuwbouw komt. In nieuwbouwprojecten wordt de kinderopvang meegenomen waarin de gemeente voorfinanciert en een opvangpartij de ruimte huurt van de gemeente.
  • Bij de huisvesting van onderwijsinstellingen zou het wenselijk zijn dat de gemeente een visie op huisvesting zou hebben en hier naar gaat handelen. Vanuit deze visie zorgen wij er voor dat in alle dorpen en wijken van de gemeente Hardenberg een onderwijsinstelling komt. Dit geldt overigens ook voor jongeren die bovengemiddeld goed scoren. De gemeente verdient ook voorzieningen voor Hoogbegaafdheids-Onderwijs (HB-onderwijs).
  • Bijvoorbeeld; In iedere wijk / in ieder dorp een onderwijsinstelling (zie punt 2). Aangezien een gebouw gemiddeld genomen voor 40 – 60 jaar gebouwd wordt is het belangrijk om vanuit maatschappelijke ontwikkelingen vooruit te kijken wat de behoefte nu is en wat er in de toekomst nodig is v.w.b. de huisvesting.
  • Ontkerkelijking heeft gevolgen voor de ontzuiling van het onderwijs. Het is een ontwikkeling die loopt en waarschijnlijk niet snel stopt. Dit moeten we als kans zien. Het biedt kansen om in de toekomst samen kwalitatief goede opvang en onderwijs te realiseren in ieder dorp en wijk. Daar waar mogelijk stimuleren en faciliteren wij de samenwerking in de onderwijsinstelling(en) tussen de betrokken partijen. De hele gemeenschap moet daarbij centraal staan, of je nu een geloof belijdt of niet.
  • In het land, en ook in Hardenberg, werken we steeds meer vanuit de visie van een (integraal) onderwijsinstelling – opvang en onderwijs van 0 t/m 12 jaar. Hierin werkt één team van opvang en onderwijs samen, in een doorgaande lijn vanuit één pedagogische visie in één gebouw. Op dit moment wordt het onderwijs ‘gesubsidieerd’ en zit de kinderopvang in de particuliere sector. Het ligt in de verwachting dat dit binnen afzienbare tijd gaat veranderen en dat ook de kinderopvang gesubsidieerd gaat worden zodat het voor iedereen mogelijk is. Deze visie ondersteunen wij en willen wij in het IHP inrichten. Op deze manier kunnen wij als gemeente, opvang en onderwijs, jeugdzorg, enz. vanuit de bedoeling en op basis van samenwerking onze visie realiseren.

Leerlingenvervoer:

  • De gemeente is ook verantwoordelijk voor het leerlingenvervoer. Het streven is om het mogelijk te maken voor alle leerplichtigen in de gemeente Hardenberg de mogelijkheid te geven deel te nemen aan het onderwijs, ongeacht waar zij wonen en de financiële achtergrond. Onderwijsinstellingen moeten bereikbaar zijn voor alle leerplichtigen, zowel jongeren met een leerachterstand, maar overigens ook voor jongeren die juist bovengemiddeld goed scoren. De gemeente verdient ook voorzieningen voor HB-onderwijs.

Leerplicht en vroegtijdig schoolverlaten:

  • De gemeente controleert of kinderen voldoen aan de leerplicht.
  • Gemeenten voeren beleid om schooluitval te voorkomen en jongeren te begeleiden naar onderwijs of werk, oftewel de Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie (RMC-functie). In overleg met scholen moeten heldere en duidelijke afspraken gemaakt worden over mogelijke acties die ondernomen moeten worden bij vroegtijdige schoolverlating. Ondersteuning vanuit organisaties waaronder ‘Samen Doen’ is hierbij een mogelijkheid.

Jeugdbeleid en onderwijsondersteuning – zie beleid bij Jeugd

Voor- en vroegschoolse educatie (VVE):

  • De gemeente stimuleert en faciliteert programma’s voor peuters met een risico op taal- of ontwikkelingsachterstand.

Lokale samenwerking en brede school:

  • De gemeente is de stimulerende en faciliterende factor in de samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang, sport, cultuur en welzijn.

Veiligheid en leefbaarheid rond scholen:

  • De gemeente moet zorgen voor veilige schoolroutes, schoolomgevingen en verkeersveiligheid. Scholen moeten op een veilige manier bereikbaar zijn en ook de schoolomgeving moet voor zowel leerling, leerkracht als omwonende als veilig en prettig ervaren worden.

Volwassenonderwijs:

  • Onderwijs is voor alle leeftijden, dus ook voor volwassenen. De invloed van de gemeente op dit gebied is erg beperkt, het is voornamelijk gebaseerd op samenwerking met andere gemeenten. Deze samenwerking kan als resultaat hebben een Regionaal opleidingscentrum (ROC) of taalschool.
  • Wij streven naar goed en passend onderwijs voor jong, maar ook voor oud, waar de basisvaardigheden waaronder: reken, taal, spelling en digitale vaardigheden bevorderd worden en waar leren, ook op volwassen leeftijd, aangemoedigd wordt.
Pro Hardenberg

Inclusie

Mahatma Ghandi: ‘Een samenleving moet worden beoordeeld naar de behandeling van haar minderheden.’

Doen 22 staat voor een inclusieve samenleving. In een inclusieve samenleving hoort iedereen erbij, zonder onderscheid. Doen 22 kiest ervoor om geen specifieke groepen extra uit te lichten, omdat échte gelijkwaardigheid betekent dat niemand apart benoemd hoeft te worden om mee te doen. Inclusie is de basis, geen toevoeging. Daarom zetten we in op gelijke kansen, toegankelijkheid en respect voor iedereen.

We gebruiken cookies om inhoud en advertenties te personaliseren, om functies voor sociale media te bieden en om ons verkeer te analyseren. We delen ook informatie over uw gebruik van onze site met onze sociale media-, advertentie- en analysepartners. View more
Cookies settings
Accepteer
Privacy & Cookie policy
Privacy & Cookies policy
Cookie name Active
Privacyverklaring DOEN'22 Persoonsgegevens DOEN'22 gebruikt de door u en de door uw eventuele partner ingevoerde persoonlijke gegevens bij het uitvoeren van haar doelstelling. Door gebruik te maken van de diensten van de partij stemt u in met de verwerking hiervan. Waarom de Partij de gegevens nodig heeft DOEN'22 verwerkt uw persoonsgegevens om contact met u te onderhouden, voor het correct uitvoeren van haar doelstelling en voor het faciliteren en stimuleren van onderling ledencontact. Doelstelling DOEN'22 De doelstelling van DOEN'22 is het behartigen van de belangen van haar leden en de burgers die zij vertegenwoordigt door middel van politieke activiteiten en initiatieven op lokaal, regionaal of landelijk niveau. Bewaartermijn persoonlijke gegevens DOEN'22 bewaart uw persoonsgegevens niet langer dan strikt nodig is voor de doelstelling van de partij. Uw gegevens worden bewaard zolang u lid bent van DOEN'22. Na opzegging van het lidmaatschap worden uw persoonsgegevens, aan het einde van uw lidmaatschapsperiode, verwijderd. Delen met anderen Uw persoonsgegevens worden vertrouwelijk behandeld en zullen door DOEN'22 intern worden gebruikt. Uw gegevens worden zo veel mogelijk geanonimiseerd en zullen nooit, zonder uw toestemming, aan derden worden verstrekt. Uw privacy rechten U heeft het recht om uw persoonsgegevens in te zien en te wijzigen. U hebt inzage in uw persoonlijke gegevens op de website. Via de webmaster heeft u de mogelijkheid om uw gegevens te wijzigen. Verwijdering kan alleen door beëindiging van uw lidmaatschap. U kunt een verzoek tot inzage, correctie of verwijdering van uw persoonsgegevens ook sturen naar ledenadministratie@doen22.nl Beveiligen DOEN'22 neemt de bescherming van uw gegevens serieus en neemt passende maatregelen om misbruik, verlies, onbevoegde toegang, ongewenste openbaarmaking en ongeoorloofde wijzigingen tegen te gaan. De inhoud van de website van DOEN'22 is beveiligd met een SSL Certificaat. DOEN'22 K.v.K. 91016053 Terug naar pagina: lid worden Dit is de privacy pagina van DOEN22.NL.
Save settings
Cookies settings